We vertrekken bij het denken over duurzaamheid vaak vanuit het “people, planet, profit” model. De zogenaamde “triple bottom line”. Waar succes vroeger vooral werd gemeten via de financiële winst, wordt een gezonde organisatie nu niet alleen financiële prestaties (“Profit”), maar ook op sociale betrokkenheid (“People”) en milieubewustzijn (“Planet”). Een succesvol bedrijf vermijdt niet alleen vervuiling en bespaart energie, maar toont ook zorg voor werknemers en de bredere samenleving.
Profit
De toename van thuiswerken heeft geleid tot onderbenutting en leegstand van kantoorgebouwen, wat niet duurzaam is in termen van ruimte en financiën. Activiteitsgebonden werken, waarbij gebruikers geen vaste werkplek hebben maar afhankelijk van de activiteit een geschikte werkplek kiezen, biedt een duurzame oplossing. Door het delen van werkplekken en het aanbieden van diverse werkruimtes optimaliseren we de kantoorruimte, vermijden verspilling en besparen geld. Deze aanpak benadrukt de verantwoordelijkheid van de organisatie om duurzaam met middelen om te gaan, waardoor besparingen geïnvesteerd kunnen worden in het welzijn van medewerkers (“People”).
Planet
Een duurzame werkomgeving richt zich op het “Planet” aspect door de ecologische voetafdruk te verlagen. Dit door het vermijden van het onnodig verwarmen, koelen en onderhouden van lege kantoren, digitale documentverwerking, enz.. We moeten ook zorgen voor gesloten materiaalkringlopen. Een “circulaire economie” waarbij de complexiteit en functionaliteit van een product zo lang mogelijk behouden en steeds opnieuw gebruikt wordt. De razendsnelle technologische vooruitgang zoals gegevensgestuurde processen en artificiële intelligentie speelt in ons voordeel en kan in de werkomgeving een sterke katalyserende rol spelen. Denk hierbij bijvoorbeeld aan sensoren voor bezettingsbeheer en slimme reservatiesystemen, virtuele interactieomgevingen, zoals het Metaverse, om onnodige verplaatsingen te vermijden enz..
People
Het creëren van een optimale context waarin de mens zich ten volle kan ontplooien om tot optimale productiviteit te komen wordt maar al te vaak vergeten. Het “People” aspect in duurzame ontwikkeling omvat twee cruciale elementen. Fysiek gezien moet de werkomgeving comfortabel en veilig zijn, met aandacht voor ergonomie. Problemen zoals gebrek aan daglicht, slechte ventilatie, temperatuurklachten, lawaai in kantoren, en onvoldoende voorzieningen ondermijnen het comfort en de duurzaamheid.
Psychologische veiligheid is even belangrijk, aangezien toxische werksituaties met burn-outs, me-too incidenten en pesterijen wijzen op onvoldoende bescherming van de psychologische veiligheid van medewerkers. Een duurzame werkomgeving bereikt een optimaal evenwicht tussen welzijn en productiviteit. Het is de verantwoordelijkheid van werkgevers om een omgeving te creëren waar werknemers zich goed voelen. Hoewel de precieze aanpak nog niet duidelijk is, is het essentieel voor werkgevers om maximaal in te zetten op het psychologisch welbevinden van werknemers voor positieve resultaten.
Het ESG-model
Het ESG-model (Ecologisch, Sociaal en Governance) vult het traditionele “people, planet, profit” denkkader aan. Het biedt bedrijven meetbare indicatoren op bedrijfsniveau voor duurzaamheidsbeoordelingen. De ‘E’ omvat energieverbruik versus de afvalproductie van werkplekken, de gebruikte hulpbronnen en de impact op levende wezens. De ‘S’ betreft relaties van de organisatie en de relaties met mensen, instellingen en gemeenschappen. De ‘G’ richt zich op interne controles voor zelfbestuur, besluitvorming en wettelijke naleving. Organisaties moeten zich afvragen: Wat zijn onze ESG-verplichtingen? Welk rapportagekader gebruiken we voor duurzaamheid? En welke ‘scorecard’ gebruiken we om prestaties te meten?
SDG: Sustainable Development Goals
De 17 “Sustainable Development Goals” (SDG) van de Verenigde Naties, aangenomen in 2015, vormen een kader voor duurzame ontwikkeling. Tot 2030 moeten ze dienen als leidraad om armoede te verminderen en de planeet duurzamer te maken. Deze doelen, onderverdeeld in vijf thema’s, bieden een ideaal kader om duurzaamheid te integreren in werkplekstrategieën. Bijvoorbeeld, SDG3 benadrukt het belang van welzijn, SDG8 stimuleert economische productiviteit, SDG9 benadrukt de behoefte aan kwalitatieve infrastructuur, en SDG11 pleit voor inclusieve stadsontwikkeling.
Duurzaamheid wordt steeds meer geïntegreerd in organisaties, en een innovatieve werkomgeving kan bijdragen aan duurzame ontwikkeling van de samenleving. Dit kan echter niet bestaan zonder het aangepaste gedrag. Leiderschap speelt hierin een cruciale rol, waarbij leidinggevenden een voorbeeld moeten zijn en werknemers de kans moeten krijgen om zich te ontplooien en zich gewaardeerd te voelen. Dit is het geheime ingrediënt voor echte duurzame ontwikkeling: duurzaam leiderschap!